1200: Aanleg
De veengebieden rondom Amsterdam komen vanaf de 11e eeuw steeds lager te liggen. Dat maakt het risico op overstromingen door de Zuiderzee groter. De Zuiderzee en het IJ ontstonden in 1170 door de Allerheiligenvloed, een van de grootste in die eeuw. Die vloed is de aanleiding om de Diemerzeedijk aan te leggen.
Door de dijk hebben bewoners van Amsterdam minder last van de invloed van het IJ. De waterstand in de Amstel en dus van Amstelland is makkelijker te controleren.
De zeedijk is rond 1200 van klei. Hij loopt langs de zuidkant van het IJ en de Zuiderzee. De dijk begint in Amsterdam bij de Amstelmonde. Lange tijd is het een route zonder onderbreking. Hij loopt de stad uit via de Zeedijk, Sint-Anthoniusdijk, de Hoogte Kadijk en de Zeeburgerdijk.
Onderhoud
In het begin verzorgen de mensen die aan de dijk wonen het onderhoud. De dijk is verdeeld in bonnen. Dat zijn stukken dijk van soms maar een paar meter. Later hielden de lokale bestuurders toezicht op het onderhoud. Dat waren de schout en schepenen van Diemen, Weesp en Amsterdam. Ook kwam er een dijkgraaf.