Alles over onze dijken
Grote delen van Nederland liggen lager dan de zee. Zonder sterke dijken zou ons land grotendeels overstromen. Met meer dan 1.100 kilometer dijken en kades beschermt Waterschap Amstel, Gooi en Vecht meer dan 1,4 miljoen mensen in ons gebied tegen het water. Zo voorkomen we overstromingen en wateroverlast.
Door klimaatverandering vallen er steeds vaker korte, hevige buien. Dit zorgt voor overlast in de stad. Maar meer regen betekent ook meer water in de zee en de rivieren. Sterke dijken zijn daardoor erg belangrijk. We onderhouden ze daarom goed.
Ons werk aan de dijken
Bescherming tegen het water is een van de belangrijkste taken van het waterschap. Een deel van de waterschapsbelasting die u betaalt gebruiken we daarom voor ons werk aan de dijken en kades:
- Klein Onderhoud: om de dijk goed en sterk te houden is het belangrijk dat de dijk opgeruimd blijft. Daarom maaien we het gras en halen we beginnende boompjes en struiken weg. Ook repareren we kleine schades aan de dijk. Bijvoorbeeld het dichten van holen die door muskusratten gegraven zijn.
- Toetsing: We houden onze dijken en kades goed in de gaten. Elke 12 jaar kijken we of ze nog hoog en sterk genoeg zijn. Is dat niet meer zo? Dan kijken we wat er gedaan moet worden: groot onderhoud of dijkverbetering. We werken eraan om onze dijken steeds beter in de gaten te houden. Bijvoorbeeld met actuele informatie uit satellietfoto’s en drones. Of met sensoren in de dijk.
- Groot onderhoud: Is een dijk niet hoog genoeg meer? Dan maken we hem hoger, zodat hij meer water kan tegenhouden. Eerst halen we het gras of de verharding van de dijk af. Daarna maken we de dijk hoger met klei of grond. Tenslotte zaaien we de dijk weer in met gras of leggen de verharding weer terug.
- Dijkverbetering: Soms moet een dijk of kade veel sterker worden of een stuk verplaatst worden. Dat noemen we een dijkverbetering. De meeste dijken verbeteren we 1 keer in de 20 tot 30 jaar.
Ons werk kan grote invloed hebben op de omgeving en op mensen die in de buurt van de dijk wonen. Bomen, wegen of eigendommen van mensen moeten we soms weghalen of verplaatsen. We werken daarom goed samen met gemeenten en bewoners.
Soorten dijken
Alle dijken zijn belangrijk voor onze veiligheid. Maar sommige dijken zijn extra belangrijk. Deze dijken noemen we primaire waterkeringen. Zij beschermen ons tegen het gevaarlijkste water: dat van de zee en de grote rivieren. In ons gebied liggen deze dijken langs de zuidkant van het IJ en het Markermeer, tot aan Naarden. Deze dijken moeten zo sterk zijn, dat de kans dat iemand in Nederland overlijdt door een overstroming elk jaar kleiner is dan 1 op 100.000.
De meeste dijken en kades hoeven niet zo sterk te zijn. Maar ze zijn daarom niet minder belangrijk. Ze beschermen het land tegen het water van kleinere rivieren, plassen en meren. Of ze houden het land in onze polders droog. Een polder is een stuk land waarin mensen de hoogte van het water regelen. Daaromheen ligt een dijk. Zonder deze dijken zouden veel polders onder water komen te staan. Dat komt doordat ze meestal onder de hoogte van het water van de rivieren liggen.