Cookies

We gebruiken cookies zodat deze site goed werkt. Klik op 'Ja' om alle cookies te accepteren. Dan kunt u ook video's zien. Meer weten of uw instellingen aanpassen? Ga naar privacy en cookies.

Direct naar content

Dagelijks bestuur brengt bezoek aan provincie Utrecht

15 november 2023

Oktober was de natste maand sinds 1906. Ook november is tot nu toe erg nat. Volgens laatste klimaatscenario’s van het KNMI (Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut) krijgen we steeds vaker te maken met zulke natte periodes.

nieuwsbericht werkbezoek utrecht.jpg

Daarom ontmoetten het Utrechts College van Gedeputeerde Staten en de 4 Utrechtse waterschappen (waterschap Vallei en Veluwe, hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden, waterschap Rivierenland en waterschap Amstel, Gooi en Vecht) elkaar.

Veranderend klimaat

Wat betekenen de nieuwste klimaatscenario’s van het KNMI voor onze regio? Hoe kunnen we ons het beste wapenen tegen wateroverlast, maar ook tegen extreme hitte en droogte? Samen moeten we hard werken aan een watersysteem dat klaar is voor de toekomst. We moeten water snel kunnen afvoeren, maar ook langer vasthouden op de plek waar (regen)water valt.

Gedeputeerde Has Bakker: ‘We staan voor grote opgaven in onze provincie en een toekomstbestendig watersysteem is er 1 van. Dat kunnen en dat willen we als college alleen samen met de waterschappen en vele anderen doen. Ik ben vandaag nog enthousiaster geworden over wat er nu allemaal al gebeurt. Ook door het bezoek aan Blokhoven, waar waterberging, natuur, recreatie en cultureel erfgoed samenkomen.’

Europese Kaderrichtlijn Water

Er werd ook gesproken over de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). In deze richtlijn dat het water in 2027 een goede kwaliteit moet hebben.

Bestuurder van waterschap Amstel, Gooi en Vecht, Jennifer Bloemberg-Issa: ‘Het bereiken van de goede kwaliteit is nog een hele opgave. Het waterschap zet alles op alles en heeft een omvangrijk maatregelenpakket vastgesteld dat we de komende jaren gaan uitvoeren. Maar het halen van de KRW-doelen kunnen we niet alleen. Ook andere partijen zoals het Rijk, provincies, gemeenten, landbouw en natuurorganisaties moeten maatregelen uitvoeren.’