Watersnood in Waterland
In 1916 was er een watersnoodramp. Even had de Zuiderzee vrij spel in de polders tussen Purmerend en Amsterdam. Kijk naar bijzondere beelden van een verdronken landschap.
Het is een natte, zachte winter, de winter van 1916. Op 13 januari steekt een noordwesterstorm op. Het water in de Zuiderzee stijgt heel snel. Huizenhoge golven beuken tegen de Markermeerdijk.
De dijk breekt
Niemand verwacht dat het water zo hoog kan komen. De dijk is daar niet op berekend, en kan de gevaarlijke combinatie van storm en hoog water niet meer aan. Het water slaat eroverheen en spoelt de kwetsbare binnenkant weg. Om half 4 ’s nachts breekt de dijk op verschillende plekken door.
Het water heeft vrij spel in de polder. De bewoners brengen hun vee in veiligheid in kerken en op schepen. Zelf vluchten ze naar de hoger gelegen delen van hun dorpen.
Ook buiten de dijken gaat het mis. Op Marken vallen 16 slachtoffers. Gezien de enorme schade wonderlijk weinig. Dankzij de Oranjesluizen kan het water het centrum van Amsterdam niet bereiken.
Beelden van een verdronken landschap
De watersnood heeft diepe gaten in de dijken geslagen. Het duurt nog ruim een half jaar voordat alles gerepareerd en droog is. In deze video van het Noord-Hollands archief ziet u hoe het verdronken landschap eruit zag.
U kunt deze video niet bekijken omdat tracking cookies uit staan. Lees meer op de privacy- en cookiespagina.
Een bekend gevaar
Overstromingen waren niet nieuw voor het gebied rondom de Zuiderzee. De Zuiderzee overstroomde regelmatig. Al in de 17e eeuw bedacht men de oplossing: sluit de Zuiderzee af van de Noordzee. Maar hoe moesten ze dat doen, met de beperkte technieken uit die tijd?
Het plan van Lely
Pas aan het eind van de 19e eeuw maakte Cornelis Lely een plan. Hij besloot de afsluiting te verplaatsen naar het zuiden. Het is toch makkelijker om een dam te maken tussen Friesland en Noord-Holland, in plaats van tussen de Waddeneilanden?
In 1916 ligt Lely’s dam er nog niet. Maar door de watersnoodramp verandert alles... De Nederlanders beseffen dat ze de gevaren van het water niet langer kunnen negeren. Ook heeft Nederland door de Eerste Wereldoorlog een tekort aan voedsel. Lely’s plan levert land op; bouwland voor voedsel.
Voedsel en veiligheid
In 1918 volgt het besluit:
- De Afsluitdijk moet de Zuiderzee scheiden van de Noordzee.
- De Wieringermeer wordt ingepolderd.
- Flevoland wordt ingepolderd.
Het water in de Zuiderzee zal nooit meer 2,85 meter boven NAP uitstijgen, zoals tijdens de watersnood. Door de bouw van de Afsluitdijk komt het niet hoger dan 80 centimeter boven NAP.
Lessen uit het verleden
Inmiddels organiseren we de bescherming tegen het water heel anders. Vóór 1918 kon het zomaar gebeuren dat de plaatselijke timmerman als bijbaan een dijk onderhield. Ook betaalden een paar landeigenaren de veiligheid van iedereen.
Nu hebben we grotere waterschappen. Die hebben genoeg kennis en ervaring. We hebben de kosten eerlijk verdeeld. En in de Deltawet staat dat de overheid ons altijd moet beschermen. Ook als het economisch minder gaat, of als de politiek verandert.
Meer water in de toekomst
Het klimaat verandert. Het gaat steeds vaker en harder regenen. De zeespiegel stijgt. Dat betekent dat we niet alleen onze kust moeten verdedigen, maar ook het gebied om de rivieren. En dat we moeten samenwerken, met elkaar en met onze buurlanden.